Het start- en eindpunt van het fietspad. De geschiedenis van het dorp is verdeeld in drie tijdperken. Een tijd van ijzerproductie in een smelter vanaf de 17e eeuw. Een tijdperk van houtkap en houthakkers tussen het einde van de 19e en het begin van de 20e eeuw. In de moderne tijd leven we in het derde tijdperk van het dorp Kloten met een tijd van recreatie, natuur, avontuur en activiteitstoerisme. Aan het einde van de periode van ijzerbewerking en aan het begin van het tijdperk van houtkap en houthakkers had Kloten een bevolking van meer dan 1000 personen. Tegenwoordig zijn er ongeveer 30 permanente bewoners. In het dorp zijn kano's, kajaks en MTB te huur en de mogelijkheid om deel te nemen aan een wildsafari.

De ruïnes van wat ooit de hoogoven was, liggen 7 meter van de weg aan de rechterkant, langs de beek tussen het Klotenmeer en Långvattnet. Waterkracht voor de blaasbalgen van de oven werd gehaald uit een watermolen in de beek. Op de locatie werd tussen 1680 en 1910 ruw ijzer geproduceerd.

Er is een vaste vuurplaats geplaatst voor de schuilplaats.

Tussen het meer Norra Bredsjön en het meer Stora Korslången is er een stuk van 50 meter zonder waterverbinding. Tegenwoordig is er een landtransportpad voor kano's en kajaks langs de kanoroute. In het verleden was dit een overslagpunt voor ijzererts. Het ijzererts kwam uit de mijnen in Grängesberg en werd via de meren naar de hoogovens in Kloten en Bredsjö vervoerd. Overblijfselen van een spoorlijn, waarop de wagens tussen de twee meren werden getrokken, zijn nog steeds aanwezig.